sluiten

Algemene verhuurvoorwaarden

Algemene verhuurwoorwaarden

Algemene voorwaarden Verhuur

Artikel 1  Toepasselijkheid

1.1                 Deze voorwaarden zijn van toepassing op de huurovereenkomst met betrekking tot de Minigraver, Minidumper of Aanhanger.

De toepasselijkheid van de algemene voorwaarden van huurder wordt hierbij uitdrukkelijk uitgesloten.

Artikel 2  Verlenging en opzegging

2.1                Bij het verstrijken van de in de huurovereenkomst overeengekomen tijd eindigt de huurovereenkomst, zonder dat daartoe enige opzegging door verhuurder of huurder is vereist.

De huurovereenkomst wordt aangegaan voor een huurperiode van minimaal één dag. Het is niet mogelijk om het gehuurde voor een kortere periode dan één dag te huren.

2.2                Op verzoek van huurder kan de huurovereenkomst worden verlengd, mits het gehuurde beschikbaar is voor de gewenste periode. Dit verzoek dient uiterlijk op de laatste dag van de huurperiode bij voorkeur per e-mail te worden gedaan. Het verzoek moet schriftelijk worden gehonoreerd. Indien dit wordt goedgekeurd, dient betaling van de huurprijs terstond te geschieden.

Het is huurder niet toegestaan het gehuurde onder te verhuren aan een derde.

Artikel 3  Gebruiksvoorschriften

3.1                 Huurder is verplicht het gehuurde in overeenstemming met de bestemming ervan krachtens deze huurovereenkomst behoorlijk en zelf te gebruiken.

Bij de verhuur van het gehuurde wordt geen gebruikershandleiding verschaft. Het is de verantwoordelijkheid van huurder om zich ervan te vergewissen dat hij kundig genoeg is tot het besturen/vervoeren/bedienen/gebruiken van het gehuurde. Huurder verklaart hierbij ervaring te hebben met het gebruik van het gehuurde.

3.2                Het is huurder verboden de inrichting of gedaante van het gehuurde geheel of gedeeltelijk te veranderen of daaraan iets toe te voegen zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van verhuurder. Verhuurder kan aan deze schriftelijke toestemming voorwaarden verbinden.

Huurder moet zich vóór de totstandkoming van deze huurovereenkomst behoorlijk georiënteerd hebben op de vraag of voor het gebruik van het gehuurde voor de in 1.3 overeengekomen bestemming vergunningen en/of ontheffingen benodigd zijn en, zo ja, welke. Huurder dient in elk geval ook zelf ervoor zorg te dragen dat hij beschikt of komt te beschikken en vervolgens blijft beschikken over de vergunningen en/of ontheffingen, die in verband met het gebruik van het gehuurde in overeenstemming met die bestemming benodigd mochten zijn of worden.

3.3                 Het niet of niet meer beschikken over of een intrekking van vergunningen en/of ontheffingen wordt onder deze huurovereenkomst niet als een gebrek van het gehuurde als bedoeld in artikel 7:204 BW aangemerkt. Zulks komt voor rekening en risico van huurder en geeft geen grond voor huurder om deze huurovereenkomst te (doen) ontbinden of nietig te (doen) verklaren of enige andere aanspraak of actie tegen verhuurder, in of buiten rechte, te richten.

Huurder is verplicht het gehuurde zodanig te gebruiken, dat niet in strijd wordt gehandeld met enig wettelijk voorschrift. Huurder zal zich ook houden aan de eisen of voorschriften, gesteld of te stellen door of vanwege nutsbedrijven en eventuele andere bedrijven die belast zijn of worden met de levering van gas, water en elektriciteit e.d. en/of het transport daarvan en/of de meting daarvan.

3.4                Indien schade is ontstaan aan het gehuurde, dient huurder verhuurder hiervan onverwijld in kennis te stellen.

Artikel 4  Staat van aanvaarding en staat van oplevering

4.1                Huurder verklaart het gehuurde te aanvaarden in goede staat van onderhoud en zonder door een deskundige waarneembare gebreken, behalve indien en voor zover onderhoudsgebreken en/of andere gebreken vermeld mochten zijn op de in artikel 1.2 van de huurovereenkomst bedoelde staat van beschrijving.

Huurder verbindt zich, behoudens een eventuele anders luidende schriftelijke overeenkomst tussen partijen, om het gehuurde in de in artikel 1.2 van de huurovereenkomst bedoelde staat te houden en bij het einde van deze huurovereenkomst weer aan verhuurder ter beschikking te stellen in de oorspronkelijke staat, zoals aangeduid in de in artikel 1.2 van de huurovereenkomst bedoelde staat van beschrijving.

4.2                Huurder verbindt zich voorts om aan het einde van deze huurovereenkomst het gehuurde, schoongemaakt en met de eventuele sleutels daarvan, weer aan verhuurder ter beschikking te stellen en af te leveren op een daartoe tijdig door of vanwege verhuurder aan huurder opgegeven locatie binnen Nederland of, bij gebreke van die opgave, op de vestigingsplaats van verhuurder.

Artikel 5  Gebreken, aansprakelijkheid van huurder en verhuurder en risico’s

5.1                 In zoverre in afwijking van de definitie van ‘gebrek’ in artikel 7:204, 206, 207 en 208 BW, worden onder de huurovereenkomst niet als gebreken van het gehuurde aangemerkt:

a. een staat of eigenschap van het gehuurde of een andere omstandigheid, die al bestond bij het aangaan van de huurovereenkomst en voor partijen toen redelijkerwijze waarneembaar was bij een behoorlijke en deskundige inspectie van het gehuurde, maar niet is vermeld op de in artikel 1.2 van de huurovereenkomst bedoelde staat van beschrijving;

b. gebreken aan door huurder aangebrachte of overgenomen veranderingen en toevoegingen en uit die veranderingen of toevoegingen voortvloeiende gebreken van het gehuurde en schadelijke gevolgen voor het gehuurde, verhuurder of derden;

5.2                Verhuurder is niet aansprakelijk voor:

a. de gevolgen van gebreken die zijn ontstaan na het aangaan van deze huurovereenkomst;

b. de gevolgen van gebreken die verhuurder bij het aangaan van deze huurovereenkomst niet kende of had behoren te kennen;

c. de gevolgen van gebreken met betrekking waartoe geen sprake is van eigen opzet of van eigen grove schuld van verhuurder zelf;

d. de gevolgen van de in artikel 5.1 sub a en b bedoelde aspecten, zowel voor zover verhuurder bij het aangaan van deze huurovereenkomst die aspecten niet kende of had behoren te kennen, als voor zover verhuurder bij het aangaan van deze huurovereenkomst die aspecten wel kende of had behoren te kennen;

f. de schade, waaronder maar niet uitsluitend, aan een persoon of een goed van huurder of van derden, ontstaan als gevolg van eigen opzet of van eigen grove schuld van huurder

g. de bedrijfsschade van huurder;

h. de schade, waaronder maar niet uitsluitend, aan een persoon of een goed van huurder of van derden, ontstaan als gevolg van enig gebrek aan het gehuurde, welk gebrek de verhuurder bij het aangaan van de overeenkomst niet kende of behoorde te kennen, of als gevolg van de in artikel 5.1 sub a en b bedoelde aspecten.

5.3                 De huurder is verplicht te zijnen koste de kleine herstellingen te verrichten.

Huurder heeft geen recht op vermindering van de huurprijs of op opschorting of verrekening van een verplichting tot betaling, of op vernietiging of ontbinding van de huurovereenkomst, indien sprake is van een vermindering van het huurgenot ten gevolge van een of meer gebreken die de verhuurder bij het aangaan van de overeenkomst niet kende of behoorde te kennen, of in artikel 5.1 sub a en b bedoelde aspecten die zich voordoen met betrekking tot het gehuurde.

5.4                Huurder is jegens verhuurder aansprakelijk voor alle schade aan het gehuurde, tenzij huurder bewijst dat de schade hem – en de personen waarvoor huurder verantwoordelijk is – niet is toe te rekenen.

Huurder vrijwaart verhuurder tegen boetes die verhuurder worden opgelegd door gedragingen of nalatigheden van huurder.

5.5                Gedurende de huurtijd komt al het risico van het gehuurde, waaronder het risico van diefstal of verduistering of verlies, voor rekening van huurder, ook indien te dier zake geen sprake is van schuld van huurder.

Indien huurder in de nakoming van enige verplichting uit deze huurovereenkomst tekortschiet, verbeurt hij na behoorlijke ingebrekestelling of aanmaning, aan verhuurder een onmiddellijk opeisbare boete van [BEDRAG] per geval van tekortschieten en bovendien een boete van [BEDRAG] voor elke dag dat het geval van tekortschieten voortduurt, onverminderd het recht van verhuurder om nakoming van de betrokken verplichting, alsnog, te verlangen en om vervangende schadevergoeding te verlangen.

5.6                In geval van verzuim van volledige voldoening door huurder aan een betalingsverplichting als bedoeld in artikel 3 van de huurovereenkomst vóór of op de vervaldag, geldt het in artikel 5.7 bedoelde boetebeding bij een tekortschieten in de nakoming van een voortdurende verplichting en wordt elk tekortschieten in de tijdige en volledige betaling van enige betalingstermijn als een zelfstandig geval van tekortschieten aangemerkt. Ook zal verhuurder in dat geval aan huurder in rekening mogen brengen zijn buitengerechtelijke incassokosten, die ten minste 15 % van het onbetaalde bedrag zullen belopen, alsmede in het geval van een procedure (mede) met betrekking daartoe alle door hem gemaakte proceskosten.

Bij niet-prompte of niet-volledige voldoening door huurder aan een betalingsverplichting als bedoeld in artikel 3 van de huurovereenkomst vóór of op de vervaldag, bij niet-nakoming of niet-behoorlijke nakoming van één of meer der overige voor huurder uit deze huurovereenkomst of de wet voortvloeiende verplichtingen en bij een geheel of grotendeels daadwerkelijk niet (meer) gebruiken van het gehuurde door huurder zelf in overeenstemming met de bestemming daarvan bij deze huurovereenkomst, zal verhuurder, onverminderd het in artikel 5.7 bepaalde, gerechtigd zijn om deze huurovereenkomst, naar keuze van verhuurder, met onmiddellijke ingang tussentijds door een buitengerechtelijke verklaring te ontbinden of door een rechterlijke uitspraak te laten ontbinden, in welk geval, alsmede wanneer verhuurder in plaats van de ontbinding de nakoming der huurovereenkomst wenst, huurder verplicht zal zijn tot schadevergoeding. Huurder zal in verzuim zijn door het enkele verloop van de bepaalde termijn of het enkele feit van de overtreding, niet-nakoming of niet behoorlijke nakoming.

5.7                 In elk van de in artikel 5.7 bedoelde gevallen zal verhuurder aan huurder tevens in rekening mogen brengen zijn buitengerechtelijke kosten. Verder zal huurder in geval van een procedure tussen partijen in verband met deze huurovereenkomst, indien hij daarbij geheel of in hoofdzaak in het ongelijk wordt gesteld, alle door verhuurder gemaakte proceskosten dienen te betalen.

Verhuurder heeft het recht de huurovereenkomst in geval van faillissement of (voorlopige) surseance van betaling van huurder, zonder ingebrekestelling, met onmiddellijke ingang tussentijds door een buitengerechtelijke verklaring te ontbinden. Het in artikel 5.10 bepaalde vindt hierbij overeenkomstige toepassing.

5.8                Voor zover huurder een natuurlijk persoon is, geeft huurder hierbij aan verhuurder en aan de eventuele beheerder van verhuurder toestemming om zijn persoonsgegevens in een bestand, als bedoeld in artikel 1 sub c van de Wet bescherming persoonsgegevens, op te (laten) nemen en te (laten) verwerken.

Indien twee of meer personen samen huurder bij deze huurovereenkomst zijn of door welke oorzaak dan ook worden, is elk van deze personen hoofdelijk aansprakelijk voor alle in verband met deze huurovereenkomst door huurder verschuldigde prestaties.

5.9                Huurder verbindt zich om verhuurder onverwijld kennis te geven van een eventuele beslaglegging op het gehuurde, voorts van aangifte van het gehuurde tot zijn faillissement (de faillissementsboedel), van zijn faillissement, van zijn aanvrage om surseance van betaling en van zijn verzoek om de toepassing van de schuldsaneringsregeling. Ook verbindt huurder zich om in de hiervoor bedoelde gevallen de beslagleggende deurwaarder, de curator en/of de bewindvoerder onverwijld op de hoogte te stellen van en inzage te geven in deze huurovereenkomst.

Artikel 6  Toepasselijk recht en geschillen

6.1               Op de huurovereenkomst is uitsluitend Nederlands intern recht van toepassing. Met betrekking tot geschillen en procedures tussen verhuurder en huurder in verband met of naar aanleiding van de huurovereenkomst of daarmee samenhangende dan wel daaruit voortvloeiende (nadere) overeenkomsten heeft alleen de Nederlandse rechter rechtsmacht en is alleen de rechtbank te [PLAATS] bevoegd, behoudens voor zover anders mocht voortvloeien uit art. 108 lid 2 Rv.